Bij afschaffing van de levensbeschouwelijke vakken zal het individuele recht van leerlingen om hun eigen religieuze identiteit te verdiepen, worden aangetast. In België is vrijheid van godsdienst een grondrecht, en voor veel leerlingen is het belangrijk om kennis te verkrijgen over de waarden, tradities en rituelen die eigen zijn aan hun geloofsovertuiging. Het afschaffen van vakken zoals Islam, Katholieke Godsdienst of Protestantse Godsdienst kan als een inbreuk op dit recht worden ervaren.

Door het behouden van levensbeschouwelijke vakken die afgestemd zijn op de verschillende religies, krijgen leerlingen de kans om hun geloof te begrijpen, te reflecteren op hun religieuze waarden en deze verder te ontwikkelen in een omgeving die hun identiteit ondersteunt. Dit kan bijdragen aan een gevoel van eigenwaarde en verbondenheid met hun gemeenschap.

Bovendien kan het volgen van een vak dat aansluit bij hun eigen religie de motivatie en betrokkenheid van leerlingen vergroten, omdat ze inhoud leren die direct relevant is voor hun persoonlijke overtuigingen en levensvragen. Het is belangrijk dat onderwijs ruimte biedt voor religieuze diversiteit en dat elke leerling zich geaccepteerd voelt in zijn of haar overtuigingen. Het gelijkstellen van alle leerlingen in één levensbeschouwelijk vak kan dit gevoel van erkenning en respect ondermijnen.

LBV stimuleert ook kritisch denken over belangrijke vragen over moraliteit, zingeving en identiteit.

Daarnaast kunnen levensbeschouwelijke vakken ook bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, door hen te helpen hun eigen waarden en overtuigingen te verkennen en een beter begrip te krijgen van de wereld om hen heen. In een tijd van groeiende polarisatie en maatschappelijke veranderingen is het essentieel dat jongeren leren hoe ze met diversiteit kunnen omgaan en hoe ze respectvol kunnen discussiëren over vaak gevoelige onderwerpen.

Yusuf Goksu