Ik ben ondertussen 11 jaar leerkracht Protestants-evangelische godsdienst in het lager onderwijs.
Ik doe mijn job met heel veel liefde. Mijn job is niet zomaar een job, ik zie het als mijn roeping.
Ik mag de kinderen normen en waarden leren, vertrekkende vanuit de eigen levensbeschouwing. Ik kan kinderen bijstaan wanneer ze het moeilijk hebben, ik mag naar hen luisteren en hen ondersteunen. Daarbij mag ik verwijzen naar de eigen levensbeschouwing.
Ik heb in mijn loopbaan te maken gekregen met kinderen waarvan plots de mama of papa was gestorven. Ik mocht hen een luisterend oor bieden. Ik mocht hen troosten en er voor hen zijn. Ik mocht hen begeleiden in het rouwproces.
Wanneer er leerlingen zijn met specifieke vragen over ons geloof, dan mogen we samen op onderzoek gaan en een antwoord zoeken op hun vraag. Ik heb kinderen zien groeien in hun geloof. Ik heb kinderen gezien in de klas die elkaar gingen helpen en troosten, omdat we geleerd hebben dat we er voor elkaar mogen zijn. Kinderen die zich vaak alleen voelen, die zich niet altijd goed in hun vel voelen, zie ik openbloeien in de klas. Net omdat er in de kleinere klasgroepen een veilige omgeving kan gecreëerd worden, voelen de kinderen vaak een grotere openheid om moeilijke dingen te delen.
Binnen de eigen levensbeschouwingen kan er al eens meer tijd vrij gemaakt worden om stil te staan bij het leven van de kinderen: waar hebben ze het moeilijk mee, wat houdt hen bezig, waar hebben ze verdriet om?
Onze gemeenschappelijke lessen ILC vormen een leuke toevoeging aan dit alles. Daarin kunnen de kinderen leren van anderen die een specialist zijn in hun vak. Daar kunnen ze in alle vrijheid in dialoog gaan met andere leerlingen, NADAT ze hier zelf eerst in onderwezen zijn. Wanneer er een omslag komt verdwijnt dit gegeven. Dan zijn er immers geen vakspecialisten meer. Dan is er geen onderwijs meer vanuit de eigen levensbeschouwing alvorens in dialoog te gaan. Hoe kunnen kinderen dialogeren als ze niet eerst zelf hun levensbeschouwing hebben mogen ontdekken ? Ik merk dat de leerlingen dit fijn vinden, eens samen les hebben van alle leerkrachten LBV. Maar ik zie ook dat velen van hen het fijn vinden om terug te zijn in het klasje waar ze die veiligheid en geborgenheid ervaren, hun eigen levensbeschouwing. In de maatschappij, op school op de speelplaats, moeten mensen en dus ook kinderen vaak een masker opzetten. Binnen de veilige klasomgeving van hun eigen levensbeschouwing kunnen ze dat masker afzetten en mogen ze zichzelf zijn. Ze mogen openlijk praten over wat zij geloven.
Is het altijd gemakkelijk? Zeker niet. Maar ik krijg er zoveel van terug. Het is zo fijn de kinderen te zien groeien op allerlei domeinen. Het is fijn hun persoonlijke ontwikkeling te zien. Het is fijn elke leerling te mogen begeleiden en hen te helpen om hun plaatsje te vinden in de multiculturele maatschappij waarin wij leven. Hen te leren respect te hebben voor de ander (ongeacht wat de ander gelooft) en tegelijk hun eigen identiteit te mogen ontdekken.
Dit alles vanuit hun eigen levensbeschouwing.
Dimitri